
Van de bestuurstafel naar de zorgvloer
Een persoonlijke ervaring van Angélique, voorzitter raad van bestuur Ipse de Bruggen
"Zet me maar in waar je me het hardst nodig hebt!" Met die woorden meldde ik me aan om bij te springen in de zorg deze zomer. Want laten we eerlijk zijn: de combinatie van vakantieperiode, hoge ziekteverzuim, afbouw van ZZP'ers én de vele vacatures zorgde ervoor dat alle handen meer dan welkom waren.
Iedereen springt bij
Het was mooi om te zien hoe collega's uit alle hoeken van onze organisatie opstonden. Sommigen hadden geen directe zorgfunctie meer, maar wel de achtergrond en ervaring om écht wat te kunnen betekenen. Anderen hadden misschien niet de ervaring, maar wel de juiste instelling en goede wil. Van collega's die hielpen met koken tot mensen die bijsprongen bij de dagopstart, en van een enkele dienst tot complete shifts op zorgwoningen – iedereen deed wat mogelijk was.
Mijn eigen ervaring
Via zorgmanager Peter en Anouk werd ik "ingelijfd" voor vier late diensten van 14:00-22:00 op woningen aan de van der Woudendijk. Ik had gevraagd om alle vier dagen op dezelfde woning te werken – logisch toch, dat je de cliënten na de eerste dienst een beetje leert kennen en zij jou ook? Het werden uiteindelijk twee diensten op de ene woning en twee op de andere.
Achteraf was dit juist heel waardevol. Je ziet dan pas hoe groot de verschillen zijn tussen woningen: in bezetting, uitdagingen, de cliënten zelf en de hele sfeer van een woning. Soms verbazend, altijd interessant. En soms zijn het de details die opvallen – zoals twee gespiegelde afdelingen met verschillende vaatwassers. Klinkt misschien klein, maar als invalmedewerker moet je twee keer energie steken in het uitvogelen van zo'n apparaat. In het kader van "maak het de zorg zo makkelijk mogelijk" zijn dit waardevolle inzichten.
Diepe indruk
Wat me het meest raakte? De ongelofelijke inzet van mijn collega's op de werkvloer. Ze werken zich letterlijk drie keer in de rondte om alle cliënten de nodige zorg en aandacht te geven. En dan hoor je iemand verzuchten: "Ja, we doen veel en alles is 'af', maar dat is alleen het verzorgen. Het extra aandacht geven, het even echt contact maken – dat moet ik in het weekend goed maken, daar kom ik nu niet aan toe."
Dat "goed maken" – die kwam binnen, ik voel het weer terwijl ik dit schrijf. Dat schuldgevoel en gevoel van tekortschieten terwijl ze oprecht niet meer kunnen doen dan ze al deden. Wat een impact heeft schaarste.
Rationeel weten versus voelen
Natuurlijk “weet” ik dit wel. Als bestuurder bereiken deze geluiden me regelmatig in gesprekken over hoe het gaat in de regio's, met onze medewerkers. We delen deze zorgen. Dus als lezer denk je misschien: wat een open deur. En toch – dit ervaren, dit voelen en aan den lijve ondervinden maakt dat ik nog meer besef hoe betrokken onze collega's zijn.
Hun kennis van de cliënten is indrukwekkend. Waar ik een gezichtsuitdrukking interpreteerde als een glimlach en dacht "die ligt er lekker bij", gaf de medewerker aan dat dit juist een voorteken van een epileptische aanval was. Die vaste gezichten zijn zo belangrijk voor onze cliënten.
Het leven gaat door
Ondertussen loopt het gewone leven door: ouders komen binnen die je graag even koffie geeft, de fysio helpt na zijn dienst nog even mee (topper!), de AVG bezoekt een cliënt, een leerwerkbegeleider komt met een mogelijk stagiaire, de telefoon gaat zeker zeven keer en buschauffeurs lopen af en aan.
Die stagiaire werd het trouwens niet, vrees ik. Bij het eerste geluid vroeg ze al "gooit hij met dingen?" en wilde ze het liefst meteen van de groep af. Ze had genoeg gezien, zei ze. Helaas – niet iedereen is weggelegd voor deze prachtige maar veeleisende wereld.
Waardevolle inzichten
Ik ging met de zuivere bedoeling om te helpen en de zorg ontlasten, een steentje bij te dragen in het vullen van de roosters. Maar ik ontkom er niet aan belangrijke inzichten mee te nemen. Om die in mijn achterhoofd én mijn hart te houden bij het gesprek dat we met elkaar aan gaan over de zorg van de toekomst.
Want die schaarste blijft. Hoe we daar mee omgaan – dat vragen we vooral aan jullie zelf. De zorgprofessionals die als geen ander onze cliënten kennen. Daar ga je meer van horen in 2026, als we het gesprek aangaan over "hoe kan het wel" met elkaar.
Terug naar de structuur
Ondertussen zijn de cliënten en teams blij dat, ondanks alle goede hulp en bedoelingen, de zomer op z'n einde loopt. Terug in de structuur en het ritme. We werken hard aan het op peil krijgen van de nog steeds schaarse bezetting. Daar worden mooie nieuwe initiatieven voor ontwikkeld.
Een enkele cliënt gaat het wel jammer vinden. Want met zo'n invaller als ik die toch niet alles weet en ziet, zag zij mooi kans om de pot chocopasta mee te smokkelen naar haar kamer. Helaas voor haar zag ik het net wél. Ik moest stiekem erg lachen en heb haar, voordat ik de pot liet terugzetten, nog één hapje gegund.
(En nee, het was geen medisch risico – ik heb de map goed gelezen!)
Deze zomer heeft me opnieuw laten zien wat ik al wist, maar nu ook écht heb gevoeld: wat een fantastische, bevlogen collega's werken er bij Ipse de Bruggen en hoe hard is het nodig dat we met elkaar verder bouwen aan die zorg van de toekomst. Jullie verdienen alle waardering en ondersteuning die we kunnen geven.